maandag 12 november 2012

O'Carolan: Sí Bheag, Sí Mhór

Driehonderd jaar geleden werd in het lelijkste dorp van Ierland een jongen geboren. Voor de jongen was het niet echt heel erg dat het dorp zo lelijk was, want hij was blind. Het was pas vele jaren later, toen het dorp om een vooralsnog onduidelijke reden ook nog eens verschrikkelijk begon te stinken, dat de jongen er zich echt ongemakkelijk ging voelen. Op de duur werd de stank zelfs zo ondraaglijk dat hij besloot het dorp te verlaten.


Hij verliet het dorp gezeten op een ezel en begon aan zijn lange reizen doorheen het land. Op zijn tocht mocht hij gaarne luisteren naar de zotte verhalen die de dichters en de barden 's avonds vertelden in de pubs. Hij leerde ook stevig drinken.

In het begin was de jongen heel tevreden over zijn ezel en waren zij nog dikke vrienden, maar na veel te hebben gereisd werd de jongen de ezel kotsbeu. Het beest weigerde nog door te stappen en deed op de duur niks anders meer dan slapen en pissen. De jongen besloot de ezel te verkopen.

In een dorp vond hij een oude dame die die de ezel wel wilde kopen. Het menske at namelijk enorm graag ezelvlees. "Geef mij nog maar een schelleke van den ezel!" hoorde je haar soms naar haar man roepen als het venster van hun huis openstond. De vrouw had wel niet zoveel geld, zij kon de jongen enkel een oude harp aanbieden voor de ezel. De jongen vond dat helemaal niet erg, want hij kon de ezel echt niet meer uitstaan en hij wilde eigenlijk al langer een harp, omdat hij dan ook een bard kon worden zoals die die hij soms in de pubs bezig zag.

Zoals alle beginnende harpisten speelde de jongen eerst eenvoudige, oude liedjes, maar al snel begon hij ook zelf liedjes te componeren. Het eerste liedje dat hij zelf schreef, noemde hij Sí Bheág, Sí Mhór. Dat is Iers voor "Kleine Elfenburcht, Grote Elfenburcht". Het gaat over een grote oorlog tussen twee families elfen. De mensen van Ierland vonden het meteen een heel mooi liedje, zo mooi zelfs dat zij het vandaag de dag nog altijd spelen. Zij denken daarbij dan aan de elfjes die ooit op hun eiland hebben gewoond, en aan de blinde jongen en aan hoe goed het is dat hij zijn ezel heeft geruild tegen een harp.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten